Kersenpruimenconfituur - een eenvoudig recept voor de winter
Pruimenjam, in mijn geval gele kersenpruim, is een van de magische lekkernijen voor zoetekauwen tijdens het koude seizoen. Deze bereiding zal uw humeur opbeuren, kracht toevoegen, plezier schenken en het hele gezin samen aan tafel brengen.
In de winter gebruiken veel huisvrouwen dergelijke dikke kersenpruimenconfituur bij het bakken van heerlijke taarten, taarten gemaakt van gist, zandkoekjes en bladerdeeg. Mijn eenvoudige recept met stap-voor-stapfoto's vertelt je hoe je deze voorbereiding voor de winter maakt.
Als we beginnen met het voorbereiden van het werkstuk, moeten we een voorraad inslaan:
- gele kersenpruim - 2 kg;
- water - 100 g;
- suiker - 1,5-2 kg (naar smaak);
- conserven - 1 pakket (voor 2 liter jam).
Hoe kersenpruimenconfiture te maken
Het is goed om de kersenpruim te sorteren om eventuele bedorven bessen te verwijderen. Wassen onder stromend water. Giet onze gele pruimen in een handige container en voeg water toe. Stuur naar het vuur tot het kookt, onder voortdurend roeren. Dit is nodig voor het uniform blancheren van de bessen.
Wrijf de zachte bessen door een zeef zodat de zaden erin blijven zitten.
Giet de pulp in een handige container, bedek met suiker en steek in brand.
Breng de pruimenconfiture aan de kook en laat ongeveer 3,5-4 uur staan.
Nadat de confituur volledig is afgekoeld, moet je hem opnieuw koken en de confituur toevoegen.
Confiturka is een geleermengsel op basis van appelpectine.Kook de bereiding niet langer dan 5 minuten om alle gunstige eigenschappen van pruimen te behouden.
Giet er jam over voorbereide potten en rol het op met een speciale sleutel.
Draai de potten om en wikkel ze in een warme handdoek. Laat het volledig afkoelen en bewaar het vervolgens op een koele plaats.
Gele kersenpruimconfiture wordt lange tijd bewaard, maar gaat meestal als eerste weg. De consistentie doet denken aan gelei en de smaak is als een kus van de zon; het roept herinneringen op aan de zomer en geeft niet alleen zoetheid, maar ook warmte. 🙂